Hoe groot of klein je tuin ook is, iedereen kan een moestuin beginnen. In het groot, met verhoogde grote plantvakken, maar juist ook in het klein! In deze blog vertellen we je alles over het opstarten van een kleine moestuin, waar je niet veel ruimte voor hoeft te maken!
Het basismateriaal
Als je vroeg in het seizoen, maart of april, al wilt beginnen met het zaaien van plantjes, dan zul je een kweekbak nodig hebben. Dit is zo’n bakje waarin je kunt zaaien met een transparante top er op. Hiermee creëer je als het ware je eigen broeikas. Deze kweekbakken zijn zelfs in een vensterbankmaat te krijgen. Begin je later met je moestuin, in mei of juni, dan kun je gelijk buiten zaaien in potten en bakken en heb je een kweekbak dus niet nodig. Het basismateriaal van iedere moestuin is:
• plantenpotten of -bakken, voorzien van gaatjes op de bodem,
• potgrond,
• steeketiketten en een stift,
• zaden.
Moestuin in potten en bakken
Eigenlijk is iedere pot of bak geschikt om in te moestuinen, als er maar gaatjes in zitten voor het afvoeren van overtollig water. Houd wel rekening met hoe de plantjes gaan groeien! Een bietje groeit bijvoorbeeld onder de grond, dus hiervoor heb je een veel diepere pot nodig dan voor een plantje als rucola; welke grotendeels boven de grond groeit. De eerste fase, het zaaien, doe je in ondiepe bakjes of potjes.
De juiste moestuingrond
Maakt het echt uit welke grond je gebruikt in je moestuin? Start in ieder geval met een lichte (pot)grond voor het zaaien. Hiervoor is speciale zaai en stekgrond verkrijgbaar, wat een fijne structuur heeft (geen grote klonten!) en voldoende vocht vasthoudt. Zodra je de ontkiemde plantjes ruimer gaat zetten, is de moestuin grond BIO ideaal. In de goedkopere zakken tuinaarde wil nog wel eens wat onkruid zitten. Dat is niet handig in een moestuin, laat deze dan ook liggen.
Uhm, wat was dat ook alweer?
Steeketiketten zijn onmisbaar in iedere moestuin. Zaailingen zien er allemaal ongeveer hetzelfde uit, zeker de eerste blaadjes. Je ziet het verschil bijna niet tussen een slaplantje of een bietje! Steeketiketten zijn verkrijgbaar in heel veel soorten. De houten varianten staan heel mooi, maar deze gaan veel minder lang mee dan de kunststof versies vanwege het vocht waar ze veel mee in aanraking komen.
Makkelijke moestuinplanten om mee te beginnen
Niet iedere tuinplant doet het goed op iedere plek, dat geldt ook voor moestuinplanten. Zelfs de meest ervaren moestuinder heeft planten of soorten die het bij hem minder goed doen. Het is een kwestie van uitproberen wat het beste bij jou en bij jouw moestuin past. Maar met deze soorten is resultaat gegarandeerd:
• rucola,
• bietjes,
• courgette,
• wortel,
• bosui,
• snijbiet
Dit zijn allemaal planten die geschikt zijn om op te kweken in potten en bakken: de courgette in zijn eentje in een pot, de andere soorten met (veel) meer in een pot of bak.
Spannend: hoe lang gaat het duren?
Zaaien kan iedereen! Iedereen kent het principe: doe wat grond in een bakje, zaadjes er in en een dun laagje grond er over heen. Kleine zaadjes kun je dicht op elkaar zaaien, bij grote zaden laat je er meer ruimte tussen. Dan goed (en voorzichtig!) water geven. Kijk uit dat de waterstraal niet te hard is, want dan spoelen de zaadjes weg. Vroeg in het jaar zet je de kweekbak in een zonnige vensterbank; dat mag zeker direct op het zuiden! Later in het jaar zet je de potjes of bakken met zaaigoed ook in de zon en in de luwte. En dan begint het wachten: iedere dag even kijken of de aarde nog vochtig aan voelt. En natuurlijk hopen op het eerste groen!
Verspenen
Zaailingen maken altijd eerst twee kiemblaadjes; deze zien er bij iedere plant soortgelijk uit. De blaadjes die daarna gevormd worden zijn de echte blaadjes. En zodra die echte blaadjes er zijn, kun je de zaailingen verspenen. Je gaat ze dan ruimer zetten zodat ze verder kunnen groeien. De courgette wordt een relatief grote plant; daarvan zet je er maar één in een grote pot. Met één courgetteplant kun je een heel flinke oogst halen, voor het begin is dit zeker genoeg! Van de andere soorten uit het rijtje kun je meerdere plantjes in een pot of bak zetten. De afstand welke je tussen twee planten aan moet houden staat op het zakje van het zaad.
Genieten!
En dan is het wachten op het grote genieten! Geef de plantjes voldoende water, laat ze nooit uitdrogen. Per soort verschilt het hoe lang je moet wachten. Rucola geeft na een paar weken al de eerste oogst. Maar voor bietjes zul je een paar maanden moeten wachten. Maar dan is het resultaat ook echt daar: je zult zelf beleven hoe intens de smaak zal zijn van je zelfgekweekte groente. Echt genieten is dat!