De Japanse rimpelroos (Rosa rugosa) is een robuuste wilde rozenvariant die perfect is als haagplant. De naam 'rimpelroos' verwijst naar de diepe nerven in de bladeren die een gerimpeld uiterlijk geven. Deze roos heeft prachtige lichtroze bloesems die insecten aantrekken. Na de bloeiperiode ontstaan rozenbottels, waar vogels dol op zijn. Pluspunt: de roos is goed bestand tegen ziekten.
Wat zijn de voordelen van Rosa rugosa?
- Eetbare rozenbottels.
- Perfect voor ongestructureerde heggen.
- Aantrekkelijk voor insecten en vogels.
- Natuurlijke afschrikking dankzij doornen.
Waar moet ik op letten bij de bottelroos?
- Doornen maken snoeien lastiger.
- Geschikt voor heggen tot een hoogte van 1,50 meter.
Deze kleurrijke en veelzijdige haagplant komt oorspronkelijk uit Oost-Azië. Bekend als de Japanse bottelroos vanwege zijn felrode rozenbottels, bloeit hij met speciale roze bloemen in mei en juni. Deze fleuren niet alleen de tuin op, maar trekken ook vlinders, bijen en andere nuttige insecten aan. Vogels waarderen de rozenbottels die in juni en juli verschijnen.
De rozenbottels zijn ook voor mensen eetbaar. Ze zitten vol vitamine C en zijn daarom gezond. Ze hebben een aangename zoete smaak die doet denken aan pruimen. Ze kunnen wat zuur smaken als ze rauw zijn, dus even koken is een goed idee. Je hoeft niet te wachten op vorst om ze te eten, zoals bij sommige andere bessen.
De stevige doornen van de rimpelroos beschermen de plant tegen hongerige dieren. Daarbij vormt de roos, dankzij deze doornen, een natuurlijk barrière tegen indringers. Als je een haagplant zoekt die zowel functioneel als decoratief is, dan is de rimpelroos ideaal. Extra bonus: hij is bestand tegen zoute zeewind.
Qua verzorging wordt de rimpelroos maximaal 1,50 tot 2 meter hoog en breed. Zijn natuurlijke vorm maakt hem perfect voor een wilde haaglook. Ze hebben minimaal onderhoud nodig; snoei alleen wanneer nodig. Wees echter voorzichtig, want een te forse snoei kan de bloei beïnvloeden. Voor de beste bloei is een zonnige plek ideaal, hoewel halfschaduw ook werkt. De plant gedijt in de meeste bodems, behalve in waterlogged grond. De rimpelroos is extreem winterhard en kan zware vorst overleven.
Bij het planten in voedingsarme grond is het goed om twee keer per jaar te bemesten. Dit doe je na het snoeien in het vroege voorjaar en na de eerste bloei in juni. Eventuele uitstekende takken kunnen tot september worden bijgesnoeid. Het is het beste om te wachten tot de laatste vruchten zijn verdwenen om volop te kunnen genieten van de kleurrijkheid van de rimpelroos.